Het opbouwen van empathie tussen de ‘ingroup’ en ‘outgroup’ is ingewikkeld. Een groot deel van die complexiteit wordt veroorzaakt doordat we elkaars ervaringen niet kennen. Mensen geloven vaak dat ze onbetwistbaar deel uitmaken van een homogene identiteit, of het nu bijvoorbeeld hun land, ras of politieke opvattingen zijn.
Leerdoelen
Deze oefening dient om mensen bewust te maken van hoe divers zij zijn, zelfs waar zij het niet verwachten.
Doelgroep
Studenten en deelnemers aan workshops over diversiteit in identiteit.
Materialen
Pennen (bij voorkeur gekleurde pennen) en papier.
Benodigde tijd
De benodigde tijd hangt af van de grootte van de groep: met 20 personen heb je minimaal 2 uur nodig.
Organisatie van de activiteit
Introductie (5 min): Begroet de deelnemers door jezelf voor te stellen en te vertellen waar je vandaan komt, ook met vermelding van stad en regio. Vraag de studenten om hetzelfde te doen. Ronde 1 (5 min): Vraag de deelnemers om individueel een lijst te maken met 9 eigenschappen van een typische persoon uit hun stad of regio. Dit zijn stereotypen. Moedig de deelnemers aan om algemene stereotiepe beschrijvingen te bedenken van hoe de lokale bevolking door iedereen in (of buiten) het land wordt gezien, volgens de volgende categorieën:
- 5 beschrijvingen over stereotiepe uiterlijkheden.
- 2 beschrijvingen over stereotiepe houdingen.
- 2 beschrijvingen over stereotiep gedrag.
Deelnemers moeten ook een karikatuur van dit stereotype tekenen.
Ronde 2 (2-5 minuten per deelnemer): Vraag de deelnemers om deze personages één voor één te presenteren. Moedig lachen aan. Dit onderdeel moet luchtig en minder serieus zijn. Ronde 3 (2-5 minuten per deelnemer): Als iedereen zijn stereotype personage heeft voorgesteld, vraag dan aan de deelnemers om zichzelf te vergelijken met het stereotype. Zorg ervoor dat de deelnemers overeenkomsten en verschillen vinden op alle 9 kenmerken. Ronde 4 (15-20 min): Vraag de deelnemers om na te denken over wat hen anders maakt dan het stereotype van waar ze vandaan komen en of ze zich daardoor minder onderdeel voelen van hun lokale identiteit. Conclusies: Leg de deelnemers uit dat dit de complexiteit is van identiteit en erbij horen. Je bent divers. Je diversiteit is misschien niet duidelijk totdat je gevraagd wordt om deel uit te maken van een groep die niet overeenkomt met de nuance van de werkelijkheid. Sommige kwaliteiten en eigenschappen heb je helemaal niet in de hand en weerspiegelen misschien niet wat het betekent om deel uit te maken van die groep.