Door Manpreet Singh
“Oh, dus jij hebt een Schengenpaspoort!”, dit is wat ik meestal hoor als ik mijn collega’s vertel waar ik vandaan kom. Soms hoor ik dit zelfs van gasten, meestal Arabische of Indiase gasten. Vanwege het rode paspoort denken mensen hier vaak dat je een grotere status hebt dan de rest. Ik heb gemerkt dat de gezichten van mensen veranderen voor en nadat ze weten dat ik uit het Schengengebied kom. Ze plakken labels op je die gebaseerd zijn op stereotypen, zoals die waar ik het hierna over zal hebben.
Toen ik in België opgroeide, besefte ik nooit hoeveel geluk ik had om daar als Indiër geboren en opgegroeid te zijn. Mijn ouders vertelden ons altijd dat we dankbaar moesten zijn voor waar we nu zijn, omdat niet iedereen hier gemakkelijk kan komen wonen (vanuit India). Het besef dat ik inderdaad dankbaar moest zijn, begon toen ik in Dubai aankwam. Het eerste wat ik te horen kreeg toen ik van het vliegveld naar het hotel werd gebracht, was: “Oh je hebt het rode paspoort, geluksvogel!”. Op dat moment realiseerde ik me niet hoe belangrijk dat voor hen was.
De dagen gingen voorbij, ik ontmoette nieuwe mensen en deze zin werd door veel van hen herhaald. Ze zeiden ook: “Je bent niet Indiaas, je bent Europeaan. Haar valuta is niet zoals de onze; ze gebruikt euro’s, dus ze is zeker superrijk.” Velen vroegen me ook voor de grap om ze mee te nemen in mijn koffer voordat ik van mijn stage naar huis ging. Dit gebeurt niet alleen met mijn collega’s, maar ook met sommige gasten die ik heb ingecheckt. Nadat ik mezelf heb voorgesteld, vragen sommigen waar ik vandaan kom. Ik antwoord dan dat mijn ouders uit India komen, maar dat ik in België ben opgegroeid, wat de meesten om de één of andere reden altijd heel fascinerend vinden.
Een andere situatie waar ik veel tegenaan liep, is dat mijn Indiase collega’s denken dat ik geen Hindi spreek en dat ik niets weet over de cultuur van mijn ouders. In het begin sprak ik met iedereen Engels, omdat ik nog nooit Indiase collega’s in mijn leven had gehad. Na verloop van tijd zag ik dat veel van hen zich meer op hun gemak voelden om in het Hindi te praten, dus begon ik hetzelfde te doen. Mensen waren geschokt dat ik vloeiend Hindi kon spreken. Ze waren ook verbaasd om te zien dat ik meer wist over de Indiase cultuur dan ze dachten. Ze waren in feite blij om te zien dat ik, ondanks waar ik geboren was, toch op de één of andere manier verbonden was met mijn wortels.
Uiteindelijk ben ik gewoon blij dat ze me allemaal hebben geaccepteerd en me meer als één van hen zien, een “typisch Indiaas meisje”. Ze maken soms nog steeds grapjes over het feit dat ik “te Europees” ben als ik een klein foutje maak, maar op een heel vriendelijke manier. Ik ben dankbaar dat ik deze mensen heb ontmoet.